OKTOBER | opening

23 okt 2017 | Nieuws

Jan Zwetsloot opent de tentoonstelling

Zijn openingswoord :

Je hebt ze nodig in de kunst, mecenassen, of je wilt of niet…..

Je hebt een Guggenheim in New York, Je hebt een Guggenheim in Venetië, je hebt een Guggenheim in Bilbao en je zou zomaar een Balm gehad kunnen hebben in Spaarndam. Nu hebben we heel veel Balmen in Spaarndam en zoals John Schoorl onlangs nog in ons onvolprezen Dorpsorgaan over het dorp dichtte… ‘ vroeger was eigenlijk alles Balm, maar dat was vroeger’…., was het van de Balmen Peter, overigens samen met Fred Dukker, die 10 jaar geleden het gebouwtje op de Westkolk min of meer kraakte ten behoeve van de Schone Kunsten. Anders dan de normale mecenassen, zoals die meneer Guggenheim, of dichter bij huis ome Joop van den Ende, hebben, en dat zou je ze kunnen verwijten, zowel Peter als Fred geen cent te makke, dus uit eigen zak eventjes een architectonisch verantwoord kunstcentrum uit de grond stampen en daar je eigen naam op plakken- je ziet het zo voor je:het DukkerBalm Centre Of Modern Art, of meer ‘up to date’ De BalmDukkerArt Tower- was er niet bij. Nee, onze Spaarndamse mecenassen moesten het hebben van sluwheid, timing en overtuiging, vooral dat laatste. Ja, zo hebben zij onze mooie Kolk niet alleen behoed voor bijvoorbeeld iets eigentijds als een ‘haar en nagelstudio annex zonnecentrum’ , of, waarom niet, een afgiftepunt voor steunkousen en tweedehands rollators, neringen die er zo in hadden gekund en waarschijnlijk ook op de loer lagen toen de gemeente het pand verliet,maar realiseerden ze ‘ het Kunstcentrum De Kolk . En zo werd dankzij Peter en Fred Spaarndam vanaf 2007, net als al die Guggenheimen, het Metropolitan of het Stedelijk, ook een ’ place to be’ voor moderne kunsten en haar liefhebbers.
Paling en schilderijen waren altijd al exportartikelen in het dorp. ( even tussendoor…. Ik ken mensen die een moord doen voor een Spaarndamse paling. Heel anders dan bijvoorbeeld zo’n gewone Volendamse paling is het eerste dat je opvalt bij onze paling het mooie bouquet, de verleidende geur. De paling zelf is krachtig, volrond en soepel in de mond. Dan de smaak..wat zou je erover kunnen zeggen…? Je bent even van de wereld geweest, opgestegen…. aard en hemelen na geweest en voor je ligt alleen nog maar het velletje met kop, en het is net of die kop je toegrijnst, zo van ‘het is gegund jongen…..’.Wie wel eens hier in de rokerij van de gebroeders Balm, nee, niet Peter en zijn broer , maar waarschijnlijk zijn neven, of achterneven Simon en Ton, is geweest, ziet daar geen, wat je zou verwachten na zo’n transformatie met vuur en rook, alchemisten aan het werk, maar nuchtere mannen die met eenvoudige middelen de paling, dat aas vretende beest van onder uit de sloot, weten te verheffen naar een spectaculair culinaire ervaring…. en zo het beest zijn ultieme bestemming geven.)
En kijk nu eens naar de kunstschilders uit de Spaarndamse School: de Spierenburgers, Verwey, een Heyboer, een Dukker, Plas, een van Geem, een Verpoorten en van de Balmen een Peter, zij doen precies hetzelfde, maar dan met het penseel: ‘ de Spaarneoever, een paar boten, riet met een vogel, een dijkhuisje, de sluizen…roept u maar. We zien het elke dag en lopen er aan voorbij, maar zeggen aahh en oohh wanneer zo’n bootje mooi uitgelicht op het doek een kunstwerkje staat te wezen.
Anita, zijn vrouw, gaf Leon (Leon Spierenburg, vermaard oorspronkelijk Spaarndamse Kunstschilder, woont tegenwoordig in Frankrijk) ooit een citoen mee naar zijn atelier, nadat hij zich die dag aan de keukentafel enigszins mistroostig had uitgelaten over het gebrek aan inspiratie. Tussen herfst en winter in, de dagen werden aaneen geregen door een voortdurende miezer. En eens te meer bleek hoezeer zij zijn muze was. De citroen resulteerde in een aantal doeken waarin het licht feest vierde met de ovale vorm en al het geel dat in een citroen aanwezig is. Zó gaf hij haar de citroen terug. Noem het liefde en vakmanschap, die twee. Kijk, zo’n eenvoudige groenteboerencitroen weet natuurlijk zelf ook wel dat ie HET heeft, het is per slot van rekening een door de schepper zelf gegeven vorm, maar je hebt een artiest nodig om het ons te laten zien. En nu dan de exposanten, hoe verhouden zij zich tot die roemruchte Spaarndamse school? Kijk, het dorp zelf is, zoals iedereen ziet en weet, al een kunstwerk op zich. Door hier te zijn krijg je zomaar je dagelijkse portie esthetiek gratis en voor niks toegediend. Ik wil maar zeggen, of het nou paling betreft of kunst: het niveau is hoog en de ballotage voor exposanten, hoewel je dat aan Peter, met z’n gemoedelijke kop, niet afziet, streng. Dus als je hier al mag exposeren, ben je erg goed, en als bonus, treedt je dan automatisch toe tot de Spaarndamse School, da’s logisch. Klein dorp, groot bereik. Waarom juist deze kunstenaars, daarom…..
Neem die meeuw nou, op een van de foto’s van Ad Brand, haarscherp gefotografeerd, prachtige lucht, zo net boven de rand van de zee….., strand en branding. Vlakbij, op ooghoogte scheert ie voorbij, of meer nog, zweef je even met hem mee, in zIJn element, doodstil,stilzwijgende afspraak dat je hem niet zal storen.
Op sommige doeken van Cees Smit hoor je, als je goed luistert, de meeuwen wel. Je ziet ze niet, maar hun archaïsche gezangen zouden zomaar passen bij zijn mogelijkheden van land, symbolen, geschetste contouren, bewoning nog niet aanwezig, we wachten nog…. in spanning………. Lieneke van der Velde heeft het land op een aantal doeken wel bezet, meedogenloos. Architectonische hoogstandjes, de Zuidas a.h.w.. Mensen leven ergens anders, op gepaste afstand van deze stenen bodybuilders: kijk eens hoe groot, hoe slim geconstrueerd, hoe indrukwekkend magistraal……. Hoe eenzaam vooral…..prachtig geschilderd mededogen…..Op ruime afstand, aan de andere kant van het spectrum, met zeker zoveel mededogen, passie en vakmanschap beeldhouwt Mary Kuiper gelijk op met de zwaluw, rietgors of wielewaal , nesten, klaar voor leven. Grillig, sensueel leven, zoals ook haar tekeningen en beelden laten zien: geen monumenten, geen stilstand, de levende natuur als drijfveer, beweging………
( Les) Hommes dances, mannen dansen, mannen vechten, mannen gooien stenen…. Als mannen met mannen, zoals op een van de werken van Herman van de Heuvel, dansen, vieren ze de vrede, of de oorlog, dat temperament. Zoals in het iconische filmfragment Anthony Quinn, als Zorba de Griek, die met Alan Bates, als Basil, nadat vrijwel alles is mislukt , in een gelukzalige roes, op een Grieks strand de sirtaki dansen. ‘ What life is all about’, lacht Zorba zijn baas ,de jonge basil toe. Dat gevoel roept Herman van de Heuvel bij je op : je bent mens en je doet: So What……..! ‘
‘ Ze zijn retegoed, alle vijf, voortreffelijke kunstenaars’, aldus Peter ,’kan niet mooier deze jubileum tentoonstelling’. Tegen de keer in is gedurende de afgelopen 10 jaar de status- van kraakpand via gedogen, naar een legaal huis voor de schone kunsten- en de uitstraling van ons kunstcentrum sterk gegroeid. Terwijl in het land overal vanwege het niet te stoppen managementvirus en het aanhangende bureaucratiseringsgezwel links en rechts culturele instellingen omvallen, houdt het Kunstcentrum De Kolk stand. Het geheim Peter? Vertel! ‘ Twee woorden had hij nodig: goede en medewerkers ‘ Kijk’, verduidelijkte hij, ‘ gevoel voor kunst hebben ze sowieso, daar gaan we vanuit, anders hadden ze wel gaan bowlen in hun vrije tijd en dan zijn er nóg twee zaken die ze echt onder de knie moeten zien te krijgen, t.w. ‘ deurtje open, deurtje dicht’. ‘Eenvoud siert de mens, maar zeker ook de kunst, hier in het Spaarndamse, bedacht ik later.
Peter en Fred zijn 10 jaar geleden begonnen en inmiddels zijn we al weer vele medewerkers verder. De laatste jaren zwaait Johanna de scepter. Kordaat, bezield en onverschrokken. Met een niet aflatende energie houdt ze de vaart er in, maandelijks nieuwe exposities, workshops en salons, zet haar een helm op en geef haar een zwaard en ze zou hier zomaar de JeanneD’Arc van de eigentijdse kunst kunnen zijn. Zou goed uitkomen, want we hebben deze tijden vechters nodig in het dorp, de barbaren rukken immers op, kijk maar naar de overkant waar onverlaten elk gevoel voor stijl, verhouding en esthetiek kwijt zijn en er plompverloren een aantal flats, of hoe noem je die bouwsels tegenwoordig, Trumptowers hebben kunnen dumpen. Spaarndam als ‘urban city’, dat idee. Enfin de kern is nog ongeschonden en in die kern floreert het Kunstcentrum.
Tot slot heeft de kunst zelf hier in de vorm het gedicht het laatste woord. Iedereen heeft zo zijn eigen ideeën en er zijn boeken over volgeschreven, maar de twee gedichten die ik zo dadelijk lees- vooral ook voor Johanna, want zij houdt erg van gedichten- komen wat mij betreft heel dicht bij de magie, die echte kunst is.
Het eerste is van Cees Nooteboom ,
Woorden
Ik stond aan de straten waar de woorden wonen,
boeken, brieven, berichten
en wachtte,
Ik heb altijd gewacht
De woorden, in lichte of duistere vormen
veranderden mij in een lichter of duisterder iemand
Gedichten passeerden mij
en herkenden zichzelf als ding
ik kon het zien en me zien
Nooit komt er een einde aan deze verslaving
Eskaders gedichten zijn op zoek naar hun dichters
Ze dwalen zonder commando door het grote district
van de woorden
en verwachten de dichter van hun volmaakte
gesloten, gedichte, gemaakte
en onaantastbare
vorm
Het tweede gedicht met hetzelfde thema: ‘kunst kiest kunstenaar’, is van Gerrit Achterberg en met dit gedicht openen we officieel de jubileumtentoonstelling en vieren het tienjarig bestaan van ‘ Het Kunstcentrum De Kolk’

Eine Kleine Nachtmusik
Terwijl hij onder de vleugel sliep
alsof geen morgen hem meer riep
begonnen zacht op ’t wit en zwart
van ’t doodstil glanzend mechaniek
de snelle maten van een lied
dat in zichzelf verdronken sliep
Dat in zichzelf verzonken zag
naar wie het riep
met klare jubelende kracht

 

Haastig en diep gelukkig schiep
Mozart zijn kleine nachtmuziek

Ik dank u
Jan Zwetsloot